OM eist 12 maand jeugddetentie en PIJ-maatregel in drama Katlijk

Foto: René Wiegmink

Katlijk/Leeuwarden – Het Openbaar Ministerie heeft twaalf maanden jeugddetentie en het opleggen van de PIJ-maatregel geëist tegen de 14-jarige jongen die ervan wordt verdacht op 25 september 2017 in Katlijk zijn vader en moeder met messteken om het leven te hebben gebracht.

Het gaat in deze zaak om een minderjarige verdachte. De inhoudelijke behandeling heeft daarom achter gesloten deuren plaatsgevonden. Het OM is om die reden ook terughoudend in het verstrekken van informatie over de feiten en persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Dit heeft te maken met de bescherming van de privacy van deze heel jonge verdachte. In dit soort situaties weegt het persoonlijk belang van de verdachte zwaarder dan het belang om de maatschappij van uitgebreide informatie te voorzien. De jongen wordt bijgestaan door onder andere zijn voogd en begeleiders van de Raad voor de Kinderbescherming.

Jeugddetentie en PIJ

Gezien de ernst van de feiten eiste de officier in deze zaak jeugddetentie voor de duur van twaalf maanden. Dit is de maximale straf die de kinderrechter aan minderjarigen in de leeftijd van 12 tot en met 15 jaar kan opleggen.

Daarnaast eiste de officier het opleggen van de PIJ-maatregel (Plaatsing in een inrichting voor jeugdigen). Vaak wordt dit de jeugd-TBS genoemd. Deze maatregel kan worden opgelegd bij ernstige misdrijven, als er sprake is van ‘psychische problemen’ bij de jongere, de beveiliging van de maatschappij dit nodig maakt en de maatregel in het belang is van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de verdachte. Omdat het hier om heel privacy-gevoelige informatie gaat, kan het OM niet verder uitleggen waarom wij deze maatregel ten aanzien van deze verdachte nodig vinden.

De maximale duur van de PIJ-maatregel is zeven jaar. De minimale duur is drie jaar. Na drie jaar kan de maatregel telkens worden verlengd met maximaal twee jaar.

De rechtbank doet over twee weken uitspraak. De rechtbank zal de beslissing in een openbare zitting voorlezen.